In ons werkveld, gekenmerkt door hoge werkdruk, schuilt het gevaar dat zelfzorg in het gedrang komt. Een recente studieopdracht tijdens mijn supervisieopleiding voor systeemtherapeuten bracht dit scherp in beeld.
De opdracht was om een video-opname van een supervisiesessie terug te kijken waarin ik zelf de supervisor was. Het doel was bewust te zijn van mijn ‘innerlijke gesprek’, dat ik met mijzelf voerde tijdens het kijken. Ik observeerde de supervisor op het scherm – in feite mijzelf – en reflecteerde in stilte op mijn gevoelens, prestaties en aanpak van toen.
Tot mijn verrassing zag ik een ontspannen en energieke supervisor, wat in schril contrast stond met mijn huidige gevoel van vermoeidheid. Ik besefte dat ik vaak op de automatische handelde, zonder stil te staan bij mijn eigen gevoelens, gedachten, en intenties. Als experiëntiële therapeut weet ik hoe cruciaal het is om bewust aanwezig te zijn in het moment, maar moest onderkennen dat ik dit zelf niet altijd deed. De toenemende werkdruk maakte dat ik het contact met mijzelf verloor. “Hoe staat het eigenlijk met mijn zelfzorg?”; vroeg ik mij af. Het antwoord was ontluisterend: ik zorgde helemaal niet goed voor mijzelf, wat onvermijdelijk zijn weerslag had op mijn functioneren als therapeut en supervisor.
Ik ben graag dienstbaar naar anderen, maar besefte dat mijn dienstbaarheid en mijn zelfzorg met elkaar in conflict zijn. Soms onderdrukte ik zelfzorg zelfs bewust. Het overkwam me regelmatig dat ik vergat te lunchen. Daarnaast kampte ik vaak met gevoelens van ontevredenheid, die ik nu kon herleiden tot een gebrek aan zelfzorg. Dit omvatte ook het vrijmaken van tijd voor familie en vrienden.
Ik begreep da het essentieel is om een balans te vinden tussen dienstbaarheid en zelfzorg, om de spanning tussen deze twee aspecten te verminderen of zelfs op te heffen. Ik wilde af van het “of-of” perspectief en streven naar een ‘en-en’ benadering. Het was tijd om bewuster om te gaan met deze tegenstellingen. Dit vereist een continue balans en alertheid.
Goede zelfzorg is een voorwaarde voor effectieve hulpverlening. Het gaat niet alleen om fysieke gezondheid, zoals regelmatig eten, bewegen, maar ook om mentaal en emotioneel welzijn. Dit houdt in dat we pauzes inlassen, tijd vrijmaken voor dierbaren en ruimte creëren voor activiteiten die ons plezier en ontspanning bieden. Dit betekent ook dat we grenzen stellen aan onze werklast om overbelasting te voorkomen.
Het Kempler Instituut Nederland, waar ik zelf studeerde, helpt bij het vinden van de juiste balans tussen zelfzorg en zorg voor anderen, ofwel tussen autonomie en verbondenheid. Het instituut biedt opleidingen tot ervaringsgericht hulpverlener, supervisor, evenals supervisie.
Ervaringsgerichte hulpverleners zijn dynamisch en direct in contact en de omgang, met een rotsvast geloof in de potentie en groeimogelijkheden van mensen en families.
Ze zijn gericht op een open uitwisseling van gevoelens, gedachten en wensen en gaan confrontaties niet uit de weg. De integratie van systemisch en ervaringsgericht werken leidt tot vakmanschap en een sterke professionele identiteit.
Mocht je interesse hebben bezoek onze website of vraag om een persoonlijk gesprek.