Door Judith Stoker
Het is maart 2018. Ik zit in het derde jaar van het Kempler Instituut en presenteer mijn scriptie. ‘Leren leven met verlies’. Het schrijven van mijn scriptie was een hoogtepunt van de opleiding en het presenteren vind ik echt leuk. Schrijven is me nu eenmaal op het lijf geschreven en het thema ‘verlies’ ook.
Ik vertel hoe ik tot dit thema gekomen ben. In de twee voorliggende jaren stond ik twee keer bij een wieg bij mijn vriendin op de slaapkamer. Twee keer binnen een jaar kreeg ze een zoontje, maar beide jongetjes overleden. De één naar 33 uur, de ander na 3 weken. Haar verlies raakt mijn verlies, haar lege handen raken mijn lege handen. Ik bleef ongewild kinderloos, zij moest twee van haar jongens loslaten.
Ik laat een lied horen aan mijn groep dat gaat over mijn verlangen naar een kindje, over mijn hoop maand in maand uit… Ik heb het lied al vaak gehoord maar nu ik daar zo kwetsbaar voor de groep sta, raakt het me. De tranen rollen over mijn wangen. Een groepsgenoot staat op en komt naast me staan. Ze slaat een arm om me heen.
‘Je hebt eigenlijk nooit zoveel gezegd over hoe kinderloosheid voor je is’, krijg ik als reactie na de presentatie. Een vinger op de zere plek, want dat is wat ik maar al te vaak met mezelf doe, verlies en mijn verdriet daarover wegstoppen.
Inmiddels ben ik een paar jaar verder. In mijn praktijk ben ik steeds meer gericht op verlies. Verlies in alle breedte van het woord. Overlijden, werkeloosheid, verlies van gezondheid, van een relatie, verlies van iets dat je zo graag had gewild maar nooit is gekomen. En heel vaak merk ik: verlies is niet toegestaan, een niet toegestaan deel.
Door er zelf zoveel mee bezig te zijn, door het schrijven van mijn scriptie die ik na afloop van mijn studie tot een boek heb omgevormd, ga ik steeds meer begrijpen van het belang van het toestaan van verlies en alle emoties die daarbij komen. Ik merk ook het taboe dat daarop rust.
In mijn praktijk begeleidde ik een vrouw van tegen de 40. Gelukkig getrouwd, een zoon van bijna 13, maar worstelend met zichzelf. Al pratend ontdekken we waar haar worsteling zit. Ze had zo graag nog meer kinderen gewild. Maar de levensbedreigende bevalling die ze bij haar zoon doormaakte maakte dat ze het risico op herhaling niet durfden te nemen. Haar man tevreden, zielsgelukkig dat hij zijn vrouw én zoon bij zich heeft. Zij voelt een leegte waar ze van zichzelf niet bij stil mag staan. Ze leeft toch? Ze hééft tenminste een zoon én haar relatie is goed
Het verlies van deze vrouw is een niet toegestaan deel geworden wat in de loop van de jaren steeds meer aandacht vraagt. In de gesprekken staan we erbij stil. Raakt mijn verlies haar verlies en begrijpen we elkaar. Help ik haar door te vertellen hoe mijn ik mijn verlies ruimte heb leren geven, dat ik er soms om mag huilen, ook al ben ik gelukkig met het leven dat ik heb. Deze vrouw leert dat haar verlangen, haar gemis, haar verdriet, er mag zijn. Ook al heeft ze zoveel dingen om dankbaar voor te zijn. Dat geeft ruimte.
In onze maatschappij zijn we er goed in geworden om te bagatelliseren en te relativeren. Daarmee zeggen we tegen onszelf of de ander: ‘Stel je niet aan, kom op!’ of ‘Het kan altijd erger’ en staan we niet stil bij hoe het echt is. Bij wat er bij jou van binnen gebeurt. Ik zie het bij alle verliezen die ik in mijn praktijk tegenkom. De vrouw die voor een echtscheiding koos en vindt dat ze geen verdriet mag hebben (‘ik heb dit toch zelf gewild?’). De man die na het overlijden van zijn vrouw een nieuwe vrouw tegenkomt maar het verdriet over zijn overleden vrouw niet te boven komt (‘waarom blijf ik zo verdrietig, een betere vrouw kan ik me toch niet voorstellen?’). Een man die zijn eigen zaak over de kop zag gaan en burn out raakte (‘het was toch ook geen leven, 60 uur per week werken, jaar in, jaar uit?’)
Verlies raakt de bodem van je bestaan en vraagt ruimte. Sta verlies, en alles wat daarbij komt kijken, toe zodat het geen stille vijand van je geluk wordt. Je mag verdrietig, gefrustreerd, boos of vertwijfeld zijn over wat jou in het leven overkomt. Als je dat kunt toestaan, dan zal er weer ruimte komen voor de andere kant, voor de mooie dingen die er ook zijn. Verlies onderdrukken en niet toestaan maakt dat het stolt. Het wordt een harde, niet bewerkbare brok steen in je leven. Niet toegestaan verlies geeft symptomen. Lichamelijke klachten, spanning, burn out, slapeloosheid, verslaving.
Sta jou verlies toe door er woorden aan te geven. Dan sta je jezelf ook toe om die arm om je heen te krijgen. Dan krijg je ruimte, van binnen én van buiten. Verlies laat zich niet verbannen naar een ‘niet toegestaan deel’ van je hart. Sta jouw verlies toe door er woorden aan te geven.