Inspireren in plaats van oplossen

Je bekijkt nu Inspireren in plaats van oplossen

Drieëntwintig jaar oud was ik toen ik als maatschappelijk werker begon. Afgestudeerd en vol idealen! Mensen helpen. Maar man, wat viel dat tegen. Zit je daar als jong broekje tegenover vechtende mensen die je ouders kunnen zijn. Tegenover ouders met een dwarse puber die hooguit vijf jaar jonger is dan jij bent. Wat deed ik hard mijn best, wat probeerde ik van nut te zijn en wat koste het me veel!

Twee jaar later liep er een stagiaire bij ons rond die op een dag tegen me zei “zeg eens Ferdinand, vind jij dit werk wel leuk?” Quasi verbaasd reageerde ik met “hoezo?” waarop zij reageerde met “nou, je loopt de hele dag te klagen over cliënten …” Ze sloeg de spijker op z’n kop. Ik vond mijn werk zwaar, inspiratieloos en het zoog me leeg! Als escape dacht ik er aan leidinggevende te worden, of in het pastoraat te gaan werken…

Mijn eerste les van Kempler

In die periode ging ik, geïnspireerd door een collega van mij die ‘ervaringsgericht” werkte en waar ik erg tegenop keek, naar een introductieweekend van het Kempler Instituut. En ik was op slag verkocht. Wat me vooral raakte was dat ik gewoon mezelf mocht zijn. Een onzekere vijfentwintigjarige professional die net komt kijken, die alles voor het eerst meemaakt. Die op heel veel vragen geen antwoord weet en zich vaak ook machteloos voelt. Wat een opluchting, want wat had ik in de jaren daarvoor geprobeerd meer te zijn dan dat wat ik was. Wat wilde ik graag professioneel zijn, een oplossing hebben, een wijs woord klaar! Terwijl ik dat vaak niet had.

Met een gevoel van bevrijding ging ik weer aan het werk. De eerstvolgende casus was een intake. Op het formulier stond “55-jarige vrouw, man verloren…” De moed zonk me in de schoenen. Wat moet zo’n oude vrouw (als je 25 bent is 55 oud) met mij? Maar waar ik voorheen mijn best was gaan doen te bewijzen dat ik heel wat kon, ging ik nu heel open dit gesprek in. Mijn eerste zinnen waren “Ik zit ergens mee, u bent uw man verloren, ik heb nog nooit iemand verloren en ik voel me wat dat betreft nog zo’n broekie. Kan ik wel wat voor u betekenen…?” Haar reactie was ontwapenend: “Ik dacht precies hetzelfde!” Wat een bevrijding! Mijn gedachte klopte en nu lag het open. “Wat gaan we doen, wilt u een gesprek met een collega?” zei ik. “Ach ik ben er nu toch” was haar reactie. En we hebben een fijn en open gesprek gevoerd waarna ze verder wilde met mij, omdat ze het gevoel had zichzelf te kunnen zijn bij mij!! Dat was de eerste les van Kempler voor mij.

Als jij jezelf mag zijn mogen je cliënten dat automatisch ook! Practice what you preach!

Ik heb me toen ingeschreven voor de opleiding bij het Kempler Instituut. Ik wilde meer van dit!

Het eerste weekend kwam. We leerden elkaar net kennen en een collega student bracht een casus in. Als hulpverlener van een gezin was hij maar aan het redden, maar hij spaarde voortdurend de kool en de geit. Echt duidelijk werd hij nooit. En opeens stond daar Roel. Roel benoemde man en paard! In een duidelijke confrontatie vertelde hij mijn medestudent wat hij aan het doen was en wat hij daarvan vond. De helft van de groep, niets gewend, schrok zich lam, maar mijn collega niet. Die stond in een mum van tijd op zijn beide benen. Dit was precies wat hij ook te doen had: stelling nemen! Het was voor ons allemaal een openbaring: je mag wat vinden!

Mijn tweede les bij Kempler:

“Als je wilt dat cliënten iets gaan doen, moet je dat zelf ook doen. Als je wilt dat je cliënten zich duidelijk gaan uitspreken, moet je jezelf duidelijk uitspreken. Als jij het niet doet, van wie moeten ze het dan leren?

De les die ik erbij leerde was dat, terwijl veel van mijn groepsgenoten de confrontatie heel hard vonden, mijn collega student die confrontatie juist wel prettig vond, hier had hij tenminste wat aan. Het confronteerde ons met onze voorzichtige houding. “Cliënten kunnen meer hebben dan jullie denken!” was de strekking van wat Roel toen zei.

Elk opleidingsweekend was voor mij een oplaadmoment. Nieuwe ervaringen en nieuwe inzichten waar ik een maand op kon teren. Ik ontdekte hoe vermijdend ik was en soms nog ben. Hoe graag ik het voor iedereen goed wil doen en hoe ik dat ook bij cliënten doe. Zo duidelijk als Roel zich uitsprak deed ik maar weinig. Sonja confronteerde me hier mee door bij alles wat ik zei me uit te nodigen de “strikjes en het cadeaupapier” er maar vanaf te halen. “Door al die strikken hoort niemand meer wat je wilt zeggen!” Haar opmerking “wat zou je nu zeggen als je lef had?” is mij zeer dierbaar geworden, evenals haar confronterende opmerking “wat voor bordje wil je op je deur hebben hangen, ik ben aardig of ik ben goed?” Nou, als ik eerlijk ben wil ik graag aardig en goed op mijn deur hebben hangen.  Óf “aardig goed”. Maar vaak handelde ik vooral vanuit aardigheid. En daarmee was ik in feite net zo vermijdend als mijn cliënten.

De manier van opleiden bij het Kempler Instituut sloot aan bij mijn leerstijl. Ik leer van afkijken. Ik wil graag zien wat een ander doet, zodat ik me een beeld kan vormen van wat er gebeurt. En dat was me zo tegengevallen op de hbo. Je mag wel zelf rollenspellen doen, maar geen enkele docent was rolmodel voor mij. Ze vertelden wel verhalen, maar ik kon nooit zien wat ze deden. Hoe anders bij Kempler. Live-supervisies, gesprekken met medestudenten, elk weekend kreeg ik het ene na het andere levende voorbeeld te zien. Er werd me niet alleen verteld hoe het kon, maar ik zag ook wat er dan gebeurde en dat dit werkte. Ik denk dat ik dat nog wel het meest inspirerende vond van de hele opleiding.

Ik zie Sonja nog aan het werk met een stel. Ze luisterden niet naar elkaar. Hij zei wat, en zij zei wat, maar luisteren deden ze niet. Het was net pingpongen. En dat maakte Sonja ze dan ook meteen duidelijk: “jullie zijn aan het pingpongen!” Daar was dit stel het wel mee eens, maar het anders doen, ho maar. Waarop Sonja alleen maar “Pingpong” zei. Elke keer dat zij vervielen in het pingpongen, reageerde Sonja met “pingpong”. Voor mijn ogen zag ik het effect. Hun patroon werd ontregeld!

Mijn volgende les bij Kempler.

Praat niet over wat er moet gebeuren, maar zorg dat het gebeurt!

Wat kunnen mensen bepalend zijn voor je leven. Ik nam Roel en Sonja mee mijn spreekkamer in. Vaak kopieerde ik eerst maar gewoon wat ik hen zag doen, zonder helemaal te doorgronden wat zij deden. Als ik hen aan het werk zag was het net “magic”. Alsof ik naar Hans Klok zat te kijken. Hoe doen ze dat?  Maar omdat het effectief was, deed ik het ook en ook ik had effect. Ik kreeg meer lef. Gestimuleerd door de vraag die Roel tijdens supervisies altijd stelde “wat denk je, wat gaat er in je om?” begon ik vaker in te brengen wat er in mij omging. En het effect was dat mijn cliënten ook meer gingen delen van wat er in hen omging.

Geïnspireerd door de persoonlijke reacties van de opleiders werd ik ook persoonlijker in mijn gesprekken en tot mijn verbazing werden cliënten daar ook opener en persoonlijker van. Hoe simpel eigenlijk, maar ook hoe anders dan ik geleerd had. Mijn gedachten en gevoelens en wat ik van dingen vond deden er nooit toe. Terwijl ik nu ontdekte dat precies dit één van de krachtigste instrumenten van een goede hulpverlening is.

Tot op de dag van vandaag:

  • Let ik op de toon van de muziek. Bevalt de muziek me?
  • Stel ik mezelf de vraag wat ik zou zeggen als ik lef had.
  • Let ik op de gedachten en beelden die mensen bij me oproepen. Ik herinner me een voorval waarbij Sonja over een groepsgenoot zei: “als ik naar haar kijk dan denk ik: “ daar moet de zon op” of “die haren moeten los wapperen in de wind”.
  • Ga ik er in navolging van Sonja vanuit dat niets een probleem is tot het tegendeel bewezen is.
  • Is mijn eerste vraag ‘wat is voor jullie het probleem?’ en mijn tweede vraag ‘wat is daar het probleem aan?’ en de derde vraag…
  • Vind ik het in navolging van Roel belangrijker te vragen wat er in mensen omgaat en wat ze denken en vinden dan wat ze voelen.
  • Zie ik in mensen die zich als slachtoffer opstellen ook de kracht. De “zwakste” in een systeem is soms oppermachtig.
  • Luister ik naar wat mensen niet uitspreken en probeer dat boven water te krijgen.

De opleiding bracht een grote verandering in de manier waarop ik mijn werk uitoefende. Ik werkte toen in het maatschappelijk werk. Ik begon te zien dat elke keer wanneer ik vastliep, ikzelf tegen mijn grenzen opliep. Waar collega’s het hadden over weerstand en cliënten die niet willen, begon ik steeds meer te zien dat elke impasse iets zegt over de interactie tussen mij en mijn cliënt. En keer op keer merkte ik dat als ik mijn impasse inbracht er nieuwe openingen ontstonden.

Daardoor begon ik me wel te ergeren aan casuïstiekbesprekingen waarbij we steeds maar over de cliënt spraken. Ik introduceerde daarom nieuwe intervisiemethoden binnen mijn werk, waaronder het ABC-model van Roel Bouwkamp. Het team groeide daardoor mee in het ervaringsgericht werken.

Ook begon ik steeds meer het systeem uit te nodigen. Problemen staan immers nooit op zichzelf. Ze vinden plaats in een context. Ik kreeg steeds meer oog voor de dynamiek tussen mensen en daardoor hoefde ik zelf minder hard te werken en voelde ik me ook minder verantwoordelijk voor het eindresultaat.

Wat waren mijn opleiders inspirerende professionals voor mij. Ze bemoedigden mij om zelf mijn kracht op te zoeken. Het voorbeeld dat ze daarbij zelf waren inspireerde mij! Door dit voorbeeld ben ik steeds meer gaan geloven dat de kern van hulpverlenen is dat je inspirerend bent. Dat je een voorbeeld bent waar mensen zich aan kunnen optrekken!

 Inmiddels ben ik alweer acht jaar trainer bij het Kempler Instituut. Vaak doe ik uitspraken die me volledig eigen zijn en die klinken alsof ik ze zelf bedacht heb. Hoor ik studenten dingen zeggen als “zoals Ferdinand zegt…” Maar eerlijk is eerlijk, veel van wat mij zo eigen is geworden heb ik geleerd van mijn fantastische leermeesters.

Ferdinand Bijzet

Mijn liefde en passie voor het vak groeide enorm. Vooral omdat ik mezelf, met alle worstelingen en onzekerheden erbij, mocht meenemen. Ik hoef me niet anders meer voor te doen dan ik ben. Ik leerde op een persoonlijke manier ervaringsgericht en systeemgericht te werken. En toen wist ik het zeker, die passie wil ik ook aan anderen doorgeven.

Dit bericht heeft 2 reacties

  1. Elly

    Wauw ferdinand wat een passie klinkt er door in jou verhaal 🙏❤️
    Ik ben er trots op

    Liefs

  2. Afërdita

    Ik heb jou passie mogen ervaren in een training systeem gericht werken en dat heeft bij mij ook meer lef en ruimte gegeven om steeds meer mezelf te mogen zijn.

Geef een reactie