Doe jij mee met de Kempler Inspiratie Challenge?
1997
Met zijn voeten op de zitting en zijn kont op de leuning van de stoel schoffelt Henk al mijn ideeën over professionaliteit onderuit. Vijf minuten eerder loop ik, als sollicitant voor een stage het room grijze kantoor binnen.
Mijn eerste ontmoeting met Henk, een joviale, lange man met een warme harde stem en een lach op zijn gezicht. Ik voel me meteen welkom. Het eerste wat me opvalt is dat het bureau midden in de kamer staat, en dat deze spreekkamer vooral veel op een kamer van een huisarts lijkt.
Ineke, de collega van Henk, zit achter het bureau en Henk en ik zitten aan de andere kant van het bureau. “Zouden cliënten ook zo zitten?” flitst er door me heen. Als dat zo is, dan is dit heel anders dan ik geleerd heb. Gesprekken voer je immers in een zitje met een hoek van 45 graden. Tijdens de oefeningen op school voelde ik me in deze opstelling altijd erg naakt. Maar hier zitten ze blijkbaar gewoon achter een bureau. Als jonge hulpverlener in opleiding geeft dat me moed. Een bureau geeft toch een vorm van aanzien.
Het gesprek begint. Wat ze vragen maakt weinig indruk op me. Wie wel indruk maakt is Henk. Na ongeveer vijf minuten gesprek springt Henk op, zet zijn voeten op de zitting van de stoel en gaat met zijn kont op de leuning zitten. Een lange man, kont op de leuning van een kantoorstoel, voorovergebogen met de ellenbogen op de knieën en de handen onder de kin ter ondersteuning. “Onprofessioneler” kan je niet zitten! En toch straalt hij een en al betrokkenheid, warmte en acceptatie uit en voel ik me meteen op mijn gemak. Hoe anders had ik bij andere sollicitatiegesprekken gezeten. Keurig in een zitje, niet wetend waar ik mijn benen en handen moest houden. Hier bij Henk maakte het niets uit. Henk lijkt lak te hebben aan professionele ‘regels’. Henk is zichzelf en daardoor durf ik ook mezelf te zijn.
Doe jij mee met de Kempler Inspiratie Challenge?
Ik krijg de stage. Een heel jaar mag ik optrekken met Henk en Ineke. Vooral Henk intrigeert me. Elke ochtend rond kwart voor negen drinken we gezamenlijk koffie in de grote groepsruimte. Midden op de tafel staat een asbak die flink gebruikt wordt, want zowel Henk als Ineke roken. Koffie, een sigaret en een hangmap open op tafel met daarin de aantekeningen van de cliënt die komen zal. Henk heeft meestal een map vol gestreepte a-4 papiertjes met daarop met grote letters wat aantekeningen. Het mooiste van deze momenten vind ik de humor afgewisseld met diepgang. Henk is enorm humoristisch en durft ook met humor over cliënten te praten. Vaak woordgrappen, woordspelingen over hun naam, maar door de grappen heen ook de integriteit. Henk houdt van mensen en gaat voor ze door het vuur. Voor hem geen diagnoses waar je cliënten mee opzadelt. Henk ziet mensen.
De humor van Henk beperkt zich niet tot de gesprekken met ons als collega’s. Henk heeft het achterste kantoor, naast het secretariaat. De eerste maanden zit ik vaak bij de telefoon, naast het kantoor van Henk. Ik zie dan de cliënten komen. Ik zie hoe Henk ze met een grap en grol verwelkomt. Hoe het lachen al in de wachtkamer begint, waarna ze door de deur zijn kamer binnengaan en de witte deur achter hen sluit. Wat had ik graag een kijkje willen nemen in de kamer van Henk. Vanachter de balie hoor ik mensen soms bulderen van het lachen. Henk leert me dat humor een enorm instrument in hulpverlening is. Henk ziet overal, naast de zwaarte, ook de humor van in. Bij Henk moet ik vaak aan cabaret denken. Een lach en een traan. Geraakt worden.
Vaak zie ik vanachter de balie de tijd verstrijken en merk ik dat Henk meer tijd besteedt dan gepland. Regelmatig loopt Henk uit. Voor Henk is een gesprek meer dan een afspraak van een uur. Het is een ontmoeting en als daar meer tijd voor nodig is dan neemt hij die tijd. Vaak komt hij halverwege een gesprek zijn kamer uit, trekt een gekke bek en loopt naar de wc of naar de keuken voor koffie. “Als ik even moet denken, ga ik vaak even plassen of koffie halen. Even uit de situatie, want dan kan ik nadenken.” Een simpele uitspraak die voor mij een belangrijke les is geworden. Hoe vaak zit ik niet vast in een gesprek, weet ik het niet meer, en hoe simpel is het niet om even weg te lopen uit de situatie. Even een kop koffie of een plas. Henk is daar ook eerlijk over. Hij vertelt zijn cliënten gewoon dat hij moet nadenken en daar een plaspauze voor gebruikt.
Van Henk leer ik de term ervaringsgericht. Toen ik hem vroeg volgens welke methode hij werkt, vertelt hij dat hij het niet zo op methodes heeft. Hij werkt liever ervaringsgericht. Hij legt uit dat hij de ervaringen die hij met mensen heeft gebruikt in zijn gesprekken. Dat hij vertelt wat er in hem opkomt en probeert nieuwe ervaringen te creëren samen met zijn cliënten. Hij wijst me op een dik groen boek van Roel Bouwkamp en Sjef de Vries en spreekt vaak over de trainingen en supervisies die hij van Sonja Bouwkamp heeft gehad.
Mijn eerste cliënt is een vrouw van begin veertig. Ze heeft samen met haar man een eigen zaak en is erg zwaarlijvig. Ik ga op huisbezoek. Ik heb nog nooit zo’n grote vrouw gezien, later blijkt dat vanwege een ziekte te zijn, maar dat wist ik toen nog niet. Ik probeer met haar en haar man een gesprek te voeren, maar elke keer als we net op dreef zijn gaat de telefoon en verdwijnt haar man weer naar achteren om de telefoon te beantwoorden. Deze vrouw blijft maar praten en ik, als onervaren hulpverlener, kan er nauwelijks tussen komen. Ik heb geen idee wat ik moet doen en voel me falen. Irritant als je eerste gesprek zo verloopt. Terug op kantoor zijn Henk en Ineke natuurlijk erg benieuwd naar mijn verhaal. Ik vertel over deze grote mevrouw en schaam me een beetje dat ik vastgelopen ben en geen idee meer heb wat ik moet doen. Opeens zegt Henk: “Sta er eens bij stil wat er met jou gebeurde… jij hebt gewoon onder een olifant gelegen. Dat is heftig!” Over ervaringsgericht werken gesproken. Stilstaan bij wat er met mij gebeurde. Ik weet het nog, zijn luchtige en betrokken manier van praten helpt me enorm. Het relativeert mijn eigen gevoel van falen. Ik heb niet gefaald, ik heb onder een ‘olifant’ gelegen. “Wat ga je de volgende keer doen om niet onder de olifant terecht te komen?” vraagt Henk me. Henk leert me om metaforen serieus te nemen. Beelden, hoe gek ook, te gebruiken. Niet bang te zijn dat het gek of onprofessioneel is. Komt het beeld van een olifant op, gebruik het.
Eindelijk breekt de dag aan dat ik bij een gesprek van Henk aanwezig mag zijn. Het eerste wat Henk zegt is dat ik niet alleen maar moet kijken, maar ook gerust mee mag doen, hem vragen mag stellen en hij belooft me ook af en toe te betrekken zodat ik hem kan helpen. Een soort superviserende functie krijg ik. We voeren een gesprek met een stel. Henk achter het bureau, de cliënten tegenover hem en Henk legt zijn lange benen op het bureau. Achteroverleunend in zijn bureaustoel, benen op tafel, spreekt hij met dit stel. Weer de houding waar ze me op de hogeschool een 1 voor zouden geven. Na het gesprek vraag ik hem naar zijn houding. Ik vertel hem dat dit op school echt niet zou mogen. Henk vraagt mij wat ik in het gesprek gezien heb. “Was ik betrokken?” Henk was zeker betrokken, empathisch, confronterend, warm. “Had je het idee dat mijn houding contact in de weg stond?” Nee, zijn houding stond het contact zeker niet in de weg. Ik had juist uitermate veel contact gezien! Henk legt uit dat je ook achteroverleunend heel begripvol en in contact kunt zijn. “Het is met name wat je voelt en hoe je je voelt ten aanzien van je cliënten wat je uitstraalt. Ik kan rechtop netjes volgens de regels zitten en totaal ongeïnteresseerd zijn. Ik kan ook tegen alle regels in achter een bureau zitten met de benen op tafel en dan vol in contact zijn.” Ik herken wat Henk zegt en moet terugdenken aan ons sollicitatiegesprek. Hij tartte alle regels, maar maakte wel diepe indruk!
2024
Henk was jaren geleden mijn eerste inspiratiebron voor het ervaringsgericht werken. Nog steeds ben ik blij dat hij mij op dat spoor heeft gezet. Dat hij me leerde mezelf te zijn, contact te maken met cliënten, maar ook met wat er in mij omgaat, persoonlijk te zijn en ook de confrontatie aan te gaan. Door hem ben ik bij Kempler uit gekomen.
2004
Ik nodig een jonge jongen, paar jaar jonger dan ikzelf, uit in mijn kantoor. Ik mag een intake met hem doen. Wouter, zo noem ik hem, is jonger dan ik, maar maakt een enorm stijve en nette indruk. Hij zit netjes rechtop, praat keurig, en lijkt heel erg op zijn hoede. Het probleem waar hij mee kampt is angst en dwang. Wouter kan zijn huis niet uit voor hij alle stekkers en het gas drie keer, of vaker, gecontroleerd heeft. Wouter schaamt zich en heeft geen zin in dit gesprek. Ik zit op mijn gemak en probeer hem ook op zijn gemak te stellen. Van Henk heb ik geleerd mezelf te zijn, dus zak ik onderuit en zet mijn beide voeten op het tafeltje voor me. Ik weet zeker dat ik begripvol en geïnteresseerd ben, maar maak ook de nodige kwinkslagen. Wouter lijkt de lol te missen. Zijn leven is een en al angst en controle. Na een poosje vraag ik hem hoe hij het gesprek vindt. Hij zegt dat hij nog nooit zo’n gek gesprek gevoerd heeft. Ik vraag hem wat hij gek vindt. Hij zegt: “Je doet zo niet hulpverlenersachtig!” Ik vraag hem of hij dat erg vindt. Hij reageert meteen ontkennend: “Nee, helemaal niet. Ik had een heel serieus en zwaar gesprek verwacht, maar dit valt heel erg mee.” “Bevalt het je?” vraag ik. Wouter geeft aan dat het hem heel erg bevalt. Ik vraag hem of er iets is wat hij zou willen. Hij zegt dat hij eigenlijk ook wel zijn voeten op tafel wil leggen. De brave jongen begint los te komen denk ik. Wouter zet zijn voeten op tafel. Ik vraag hem er eens bij stil te staan. “Is dit oké of wil je wat anders?” Wouter geeft aan dat als hij eerlijk is hij ook zijn schoenen wel uit wil doen. Ik zeg dat dat wel mag, als zijn voeten maar niet naar zweet stinken. Wouter trekt zijn schoenen uit en experimenteert op deze manier met vrij zijn. Minder binnen de regels, minder controle en meer doen wat hij zelf wil. Dat is precies wat ik van Henk leerde. Meer mezelf zijn en minder me verschuilen achter professionele trucs. Juist als ik mezelf ben, mag de cliënt dat ook zijn!
2024
Inspiratie! Daar gaat dit hele stuk over. Henk inspireert me tot op de dag van vandaag. Zoals mijn opleiders bij Kempler dat deden. En misschien ben jij ook wel nodig toe aan inspiratie. Doe je je werk, maar mist het vuur. Zou je jezelf wel meer willen inzetten als professional, maar weet je niet hoe. Of ontbreekt het lef.
Juist voor jou, of jouw collega’s gaan we iets heel “vets” doen in de eerste week van april (1 – 5 april). We organiseren namelijk een “Inspiratie Challenge”.
Vijf dagen lang ontvang je ’s ochtends van ons een korte inspirerende training in je mailbox. De training kost je niet meer dan 10 minuten. Deze training bevat ook een ervaringsgerichte opdracht die je diezelfde dag nog kunt gebruiken. Op vrijdagavond organiseren we een livetraining waarbij we extra de diepte ingaan.
En dat alles kosteloos. Doe je mee?
Je kunt je heel eenvoudig aanmelden via deze link: Doe jij mee met de Kempler Inspiratie Challenge?